home | nieuws | projecten | www-links | bibliotheek | vraag het RCM


Op welke manier kun je herhaald slachtofferschap het beste in kaart brengen?

Bij kwantitatief onderzoek naar de omvang en spreiding van herhaald slachtofferschap doen zich drie meetproblemen voor. Deze meetproblemen worden doorgaans onvoldoende onderkend waardoor de resultaten van verschillende onderzoeken onderling onvergelijkbaar zijn.

  1. Allereerst is er een methodologisch probleem. Wanneer is er sprake van herhaald slachtofferschap? In verschillende onderzoeken wordt hetzelfde delicttype vaak verschillend gedefinieerd. Ook de lengte van de analyseperiode blijkt vaak te variëren. Wanneer noemen we bijvoorbeeld iets een woninginbraak en hoeveel tijd mag er tussen de eerste en de herhaalde woninginbraak zitten om nog van herhaald slachtofferschap te mogen spreken? Het zal duidelijk zijn dat de lengte van de analyseperiode van grote invloed is op het aantal geconstateerde herhalingen. Door het aantal herhaalde woninginbraken te relateren aan het aantal dat (in diezelfde periode) op basis van het toeval mag worden verwacht, wordt het probleem van de verschillende analyseperioden opgelost.
  2. Ten tweede is er een validiteitsprobleem. Herhaald slachtofferschap is structureel ondervertegenwoordigd in de politieregistraties. Dit maakt politieregistraties minder geschikt voor onderzoek naar herhaald slachtofferschap.
  3. Tot slot is er een instrumenteel probleem. Slachtofferenquêtes geven in principe wel een valide beeld van herhaald slachtofferschap. Het probleem met deze enquêtes is echter dat er doorgaans onvoldoende achtergrondvariabelen worden gemeten om de factoren die met herhaald slachtofferschap samenhangen goed in beeld te brengen. Om dit probleem te ondervangen heeft RCM een enquête-instrument ontwikkeld dat goed gebruikt kan worden voor het in kaart brengen van (de verschillende aspecten van) herhaald slachtofferschap.

meer over Herhaald Slachtofferschap...