home | nieuws | projecten | www-links | bibliotheek | vraag het RCM


Intelligence Led Policing

Intelligence Led Policing (ILP) is de systeemgerichte opvolger van delictgerichte criminaliteitsanalyse en leidt definitief de overgang in van een informatie gebaseerd naar informatie gestuurd politiebeleid. Criminaliteitsanalyse wordt hierbij niet langer gebruikt om het politiebeleid te ondersteunen, maar krijgt een leidende positie toebedeeld op zowel het strategische, tactische als operationele niveau (Meesters [e.a.] 1999). Criminaliteitsanalyse krijgt hiermee een centrale plaats binnen het politiële werkproces. Het is niet meer zozeer een middel tot kennisvergaring alswel een voorwaarde voor het formuleren en evalueren van effectief veiligheidsbeleid.

Uitgangspunten
ILP wordt al enige jaren in verschillende politiekorpsen in Groot-Brittannië, Canada, Australië en de Verenigde Staten toegepast (Jansen 2001). In Kent gooide men in 1994 rigoureus het roer om en werd de aanpak van criminaliteit volgens een intelligence model opnieuw ingericht. Informatie kwam in het centrum te staan bij het besluitvormingsproces in het korps. De structurele inzet van criminaliteitsanalyse leidde hierbij tot permanent geïnformeerde beslissingen.

Naar aanleiding van de successen in Kent ontwikkelde Groot Britannië het zogenaamde National Intelligence Model (NIM) dat momenteel als standaard over het hele land wordt uitgerold. Een praktische uitwerking van dit model staat ook wel bekend onder de naam <TASK (uitgesproken als ‘delta task’). <TASK vertaalt het NIM naar de praktijk en geeft daarbij invulling aan de vijf onderdelen van ILP. Deze onderdelen hebben betrekking op:
< . ‘Ownership’ oftewel probleemverantwoordelijkheid,
T. ‘Tasking & co-ordinating proces’ oftewel prioritering en toewijzing,
A. ‘Analysed intelligence’; criminaliteitsanalyse,
S. ‘Systems’; databases, computers en analysesoftware en
K. ‘Knowledge products’ oftewel kennis en kennisproducten.

Ook bij de Nederlandse politie is duidelijk de belangstelling voor ILP gewekt. Dit leidde er ondermeer toe dat de Raad van Hoofdcommissarissen eind 2000 een stuurgroep heeft opgericht die als taak heeft de toepassingsmogelijkheden van Informatie Gestuurde Opsporing (IGO) in Nederland te onderzoeken (Stuurgroep IGO 2001). Naar alle waarschijnlijkheid zal dit er toe leiden dat het IGO-concept de komende jaren voor de Nederlandse situatie wordt uitgewerkt en in een of meerdere proeftuinen (op onderdelen) wordt uitgetest. Ondanks de Nederlandse vertaling wordt IGO hierbij niet alleen gezien als sturingsconcept voor de opsporing, maar ook voor de pro-actie, preventie en nazorg van criminaliteitsproblemen. De ervaringen uit het buitenland leren ons immers dat ILP niet zozeer een reactieve alswel een pro-actieve manier van criminaliteitsbestrijding is. ‘It allows law enforcement to act in a pre-emptive fashion – stopping crime before it happens or disrupting the activity of criminals. This is a proactive rather than reactive approach.’ (Phillips 2000).

Randvoorwaarden
Meesters [e.a.] (1999) wijzen op het gegeven dat bij de invoering van Intelligence Led Policing aan een aantal randvoorwaarden moet worden voldaan. ILP vooronderstelt de samenwerking tussen verschillende veiligheidspartners. Deze partners dienen allereerst de eigen informatiehuishouding op orde te hebben. Zij moeten hun eigen kerncompetenties en kennis goed managen en daarnaast oog hebben voor die van hun partners. Tot slot dient het uitwisselen van gegevens, informatie en kennis op een structurele basis plaats te vinden. Deze ketengerichte benadering geeft direct het verschil aan tussen ILP en delictgerichte criminaliteitsanalyse. Delictgerichte criminaliteitsanalyse heeft net als ILP de (systeemgerichte) doelstelling om op basis van diepgaande analyse tot een effectieve en realistische formulering van de te volgen politiestrategie te komen, waardoor mensen en middelen op operationeel niveau beter kunnen worden ingezet. ILP voegt hier echter de ketengerichte visie aan toe door de analyse in samenwerking met veiligheidspartners te laten plaatsvinden. Kortekaas [e.a.] (2000) wijzen hierbij op het feit dat structurele samenwerking tussen onderzoekers en analisten binnen de politie en gemeenten, universitair criminologen en onderzoeksbureau’s en een landelijke coördinatie van de verschillende onderzoeksprogramma’s zal bijdragen aan een veiliger samenleving en het goed functioneren van de verschillende betrokken organisaties.

TIP: Kijk ook in onze bibliotheek en lees verschillende publicaties over ILP in Amerika, Groot Brittannië en Australië. Heeft u meer specifieke vragen, aarzel dan niet en vraag het RCM.